Open Library Data as a stepping stone to tomorrow’s Library

PrintPreview

The fifth edition of Apps For Ghent focused on open library data. The hackaton invited people to think about how tomorrow’s library can still be relevant in a world where information is perceived as being just a swipe away. But what can you expect from a hackaton? Do the results exceed some concepts for apps? We believe so. It triggers a creative process, it aligns forces from different backgrounds and creates opportunities to define the building blocks of a library that has it’s rightfull place in a community. Following extensive evaluation sessions with the key players in the Ghent Library (Nathalie De Neve  and Katrien Van Goidsenhoven) it seemed we needed to share the insights, so Thimo Thoeye (Datamanager, City of Ghent), Koen Mestdag (Business Analyst, Digipolis Gent) and myself wrote a paper about this project.

Open Library: From lending to sharing

This paper, ‘Open Library: From Lending to Sharing’ connects the dots between the open government challenges, the community engagement and the data-manipulations necessary to ensure anonimised data, but still relevant enough to extract meaningfull information and fuel the fresh concepts on tomorrow’s library.   Enjoy the read. Link to the paper: https://www.academia.edu/13202359/Open_Library_From_lending_to_sharing

Laat België de open data kansen liggen?

Dit opiniestuk werd door @PieterColpaert geïnitieerd en hebben we samen afgewerkt. Het werd op 02/02/2015 gepubliceerd op http://www.datanews.be

VERSION FRANCAIS: http://datanews.levif.be/ict/actualite/la-belgique-laisse-t-elle-passer-ses-opportunites-open-data/article-opinion-364513.html

Aanleiding waren de verschillende open data activiteiten in A’pen, Gent en Namen. De vaststelling is dat er veel actoren zijn, maar dat de federale overheid wat achterwege blijft.

Hier het oorspronkelijk artikel:

Open Data zijn niet-privacy gevoelige data die kunnen worden gebruikt door eender wie of wat — ook machines kunnen autonoom data ontdekken en gebruiken op het web — om applicaties te bouwen, verhalen te staven en diensten te verbeteren. Europees wordt het gezien als een sleutel voor de digitale economie en Smart City ontwikkelingen. Het is een opstap naar een vereenvoudiging in de administratie en de samenwerking tussen overheden, en het kan de gigantische druk op de IT budgetten van de overheid verlichten door een beter onderscheid te maken tussen data, tools en services.

 

Open Data is internationaal: landen als India, Kenia en Thailand hebben een open-dataportaal waar gegevens als ondernemingsregisters, beleidscijfers, statistieken en tijdstabellen van openbaar vervoer beschikbaar staan voor hergebruik. Dus er kunnen vergelijkingen gemaakt worden tussen deze landen: wie maakt welke datasets al dan niet herbruikbaar?

De gecrowdsourcete global open data index van Open Knowledge International situeert België op de 53e plaats. Net onder Kroatië en Bulgarije. De World Wide Web foundation plaatst België als 27e op de open data barometer, na Rusland. Missen deze rankings iets of moeten we echt een tandje bijsteken om internationaal mee te zijn?

 

België moet heus niet verlegen zijn om de status van Open Data. De huidige initiatieven kwamen vooral vanuit lokale overheden, zie bijvoorbeeld de opendataportalen van Antwerpen, Brussel, Kortrijk en Gent, en ook Vlaanderen heeft met het OpenDataForum een toonbeeld van een opendataportaal. Meer nog, vanuit academische hoek staan we met iMinds op wereldniveau op vlak van onderzoek in Linked Open Data Publishing. Echter houden de rankings hier geen rekening mee: enkel federale initiatieven zijn aan de orde.

 

Hét federale opendataportaal bestaat niet. We kijken vandaag naar 2 verschillende websites die sinds hun lancering in 2011 geen software upgrade meer kregen: http://psi.belgium.be en http://data.gov.be. Verder blijken enkele belangrijke datasets al even vast te zitten in een muur van onwillendheid. Kijken we naar bijvoorbeeld de tijdstabellen van de NMBS (http://datanews.knack.be/ict/nieuws/nmbs-moet-soepeler-zijn-in-openstellen-databanken/article-normal-326197.html), historische weergegevens van het KMI of de uitgaven van de staat, dan worden die nog steeds niet vrijgegeven in een machineleesbaar formaat, noch onder een open licentie.

 

WAAROM KUNNEN WE NIET ACHTERBLIJVEN

 

De grote kampioenen rond open data vandaag zijn de VS en de UK. Ook al is er kritiek dat er nog geen echte innovatie is door te krappe budgetten, ze geven aan dat het potentieel langzaam maar zeker benut wordt.

 

De economische waarde van de open weerdata in de VS wordt geschat op minimaal 1,5 miljard dollar (http://thegovlab.org/whats-the-value-of-open-data/). Dichter bij huis zien we dat de buienradar werkt met open data van het KNMI (NL). In Helsinki wordt dan weer gewerkt aan een systeem om naadloos taxi, bus, deelauto’s en -fietsen te gebruiken, gebaseerd op open data, om de mobiliteitsproblemen aan te pakken.

 

Enkele Belgische bedrijven durven zich nu al te profileren als Open Data start-ups zoals data.be, FlatTurtle of NextRide. Als we lokale startups een kans willen geven om hun niche te vinden in een per definitie internationale omgeving mogen we niet blijven wachten met datasets te ontsluiten tot het te laat is.

 

Verder is hergebruik niet altijd even aanwijsbaar. Naast start-ups, gebeurt veel meer hergebruik achter de schermen, bijvoorbeeld door web-robots die automatisch data vinden, door gevestigde bedrijven die de data integreren binnen een product of dienst, of door de wellicht grootste hergebruiker van open data in ons land: de overheidsdiensten zelf.

 

WAT KAN BELGIE UNIEK MAKEN IN DE OPEN DATA WERELD?

 

De datasets die al gepubliceerd werden, legden al een probleem bloot: veel organisaties werken vandaag nog met oude, niet-interoperabele modellen. Werken aan datakwaliteit en interoperabiliteit vereist het opnieuw modelleren van data, iets waar nu quasi geen budgetten voor vrijgemaakt worden.

 

Toch is er beweging. Eén van de meest gevorderde momenteel is het OSLO project (Open Standaarden voor Lokale Overheden), waar een goed evenwicht tussen standaardisering, organisatorische autonomie en flexibiliteit haalbaar lijkt.

 

België, in zijn complexe vorm, maakt het dus niet makkelijk om de grote aardverschuiving teweeg te brengen. De ambitie is groot, en als we die combineren met onze kennis en wettelijke bepalingen, dan kan België een succesverhaal worden waar de rest van de wereld naar opkijkt.

 

En de verwachtingen zijn hoog gespannen voor 2015. De Europese “Public Sector Information (PSI)”-richtlijn moet in juni geïmplementeerd zijn en minister van de Digitale Agenda De Croo tekende ook al de “open by default” charter eind vorig jaar (http://datanews.knack.be/ict/nieuws/stijgende-lijn-egov-projecten/article-normal-516191.html, http://www.leiedal.be/nieuws/overheden-moeten-resoluut-gaan-voor-open-data). Dat betekent dat de overheden hun data moeten vrijgeven, tenzij er (wettelijke) redenen zijn dit niet te doen. Dan gaan er meer data herbruikbaar worden, en gaan we hopelijk ook data zien verschijnen van het  KMI, NMBS en de federale overheidsdiensten.

Open Data Dag Vlaanderen: inzichten na de datadives

Op vrijdag 3 oktober werd de derde open data dag van de Vlaamse Overheid georganiseerd.

Daarin kreeg ik de gelegenheid de ‘datadives’ te organiseren. Dit resulteerde in vijf interactieve sessies waar vijf data-aanbieders hun projecten en plannen rond open data uit de doeken konden doen. Daarna werden alle aanwezigen uitgenodigd hierop te reageren. Dit resulteerde in zeer boeiende uitwisselingen.

De sessies waren:

  • Bestuurlijke info met het Vlaams Parlement
  • Geodata met AGIV
  • Mobiliteitsdata met het verkeerscentrum
  • Natuur- en milieudata, met DOV en INBO
  • Werkgelegenheid met de VDAB

Een volledig verslag kan je hier vinden.

ALGEMENE VASTSTELLINGEN

Overkoepelend waren er ook een aantal tendensen te distilleren, die ik graag deel.

1. het DATABEWUSTZIJN groeit:

Meer en meer ambtenaren zijn er zich van bewust dat er een grotere ‘data value chain’ is. Open data is dikwijls een eerste stap.

  • Elke sessie werd druk bijgewoond. Er is dus interesse in (open) data. Er was veel interesse om te praten over data “as such”
  • De aanwezigen waren dikwijls ook mensen van andere overheden, die graag van elkaar leren, maar ook het potentieel zien om data van de andere te hergebruiken.
  • We zitten in een heel ander landschap dan vier jaar geleden, meer ambtenaren zijn zich bewust van het belang van data als middel, als hefboom, ook als instrument op lange termijn

2. van WEERSTAND naar BEKOMMERNIS

Over de verschillende sessies heen kwamen vragen rond privacy en kwaliteit, maar meer vanuit een bekommernis dan effectieve cases waar het fout gelopen zou zijn.

3. Een OVERKOEPELEND KADER?

  • Er is een nood aan een overkoepelend kader binnen/tussen overheden rond data, datakwaliteit en data uitwisseling
  • We hebben nog niet altijd de juiste kennis. Er zijn wel pioniers die heel goede resultaten neerzetten, maar deze breed uitsmeren lukt nog niet echt.
  • We zijn goed bezig.
  • Er is een nood aan een homogeen wetgevend kader dat openheid, privacy en aansprakelijkheid regelt.

4. DATADIVES

De formule van een datadive werd door de verschillende betrokkenen, zowel sprekers als deelnemers, als positief ervaren.

Het is stimulerend om de eigen inspanningen te kunnen toetsen bij andere geïnteresseerden en feedback te krijgen.

Dit zou dus een werkvorm kunnen worden die binnen de eigen organisaties kunnen herhaald worden.

reflections after the datadays (#ddays14)

Earlier this week I attended the http://datadays.eu conference.

It started as an idea to promote the outcomes of the Citadel On The Move project, funded by the EU, where the partners were looking for ways to promote the development of apps that would work in different cities.

In collaboration with the Belgian chapter of the OKFN the conference grew to a three day assembly, renamed ‘open belgium, open europe, open world’.

Here are some reflections/takeaways:

– a lot of new faces! It appears that open data is no longer the playground of the hardcore believers, but more and more people see the added value for themselves.
– of course there was a lot of tech talk about standards and formats, but the scope widened to the whole data value chain, including end use.
– the role of cities: this breakout session (yes, I was involved) explored the specific situation of cities in the open data process. Conclusion: local government has data, but maybe more important, cities can involve and reach the local dev communities, build bridges with end users, trough living labs or hackatons. Also, they are maybe the prime re-users of open data!
– parallel efforts: open data is grassroots, wich means there are a lot of similar endeavours. This does not need to be a bad thing. It is bad if this means that every other initiative ends up with “another standard to rule them all…”
– international. People from Roumania, Singapore, US, Canada, UK, the Netherlands, Belgium (bxl, flanders and wallonia)… all brought their own particular take on the open data progress. Be it transparancy, innovation, or obligations, we see open data no longer being treated as a goal in itself, but as necessary means to different goals.
– entrepreneurs were present as well, so it appears that open data reaches a maturity where business opportunities present themselves. Finally.

All in all, a great event.

Rise and Fall van de toiletfinder

Wie een beetje vertrouwd is met open data hackatons kent het fenomeen:  de obligatoire ‘toiletfinder app’.

Naarmate de maturiteit rond open data groeit is de toiletfinder symbool geworden van de eerste fase van open data toepassingen. Het werd binnen de open data community ook het voorbeeld van de nood om deze fase te overstijgen. Want we weten dat er toch wel meer potentieel zit in open data toepassingen. Dus is er werk rond meer relevante data, realtime data en rechtstreekse verbinding met de masterdatabron.

Zelf heb ik dit ook gebruikt als voorbeeld of als aansporing van deelnemers aan hackatons:  “maak toch niet variant X op de toiletfinder”…

Maar misschien gaan we hier wat kort door de bocht.

Op het nationaal open data congres in Eindhoven (zie ook https://bartrosseau.wordpress.com/2013/04/17/153/) maakte Ton Zijlstra een opmerking die eigenlijk een eerherstel van de toiletfinder nodig maakt:

“Voor mensen die dank zij dit soort apps weer durven buiten gaan omdat ze snel een faciliteit kunnen vinden is het een life changer.”

En dit brengt ons weer bij de focus die open data moet hebben: goede oplossingen voor de eindgebruiker. En het is de gebruiker die de meerwaarde bepaalt.

Uiteraard moet de ambitie van open data verder reiken, maar bij deze:

eerherstel van de toiletfinder.

Af en toe wordt ik uitgenodigd om te praten over de Gentse Open Data ervaringen.
Onlangs mocht ik een bijdrage leveren op het Nationaal Open Data Congres in Eindhoven (http://www.openeindhoven.nl/2013/04/09/terugblik-open-data-congres-2013/ – #ncod13), waar ik mocht kennismaken met een aantal heel interessante projecten, o.a. http://www.oscity.nl.

De organisatie zat heel strak, de interactiviteit was top, en alles is vastgelegd voor het nageslacht en te bekijken via youtube: http://www.youtube.com/watch?v=Ln3RR4gwmmU (mijn bijdrage start op minuut 45)

Deze congressen blijven een goede netwerkopportuniteit, en illustreert hoe gelijklopend de uitdagingen zijn over verschillende steden en overheden. Nu nog goede manieren vinden om de gemeenschappelijke elementen aan te pakken.

Benieuwd naar het vervolg.

Toegankelijkheid van open data?

Er zijn veel publicaties rond open data, hoe en wat en wanneer, maar er zijn een aantal standaardwerken die je echt verder helpen.

http://opendatahandbook.org/en/ van OKFN is een heel goede start. 

Vandaag ben ik dit tegengekomen, van Socrates (US based): http://www.socrata.com/open-data-field-guide-chapter/about/

Ik heb het nog niet volledig kunnen doornemen, maar wat me opviel in het tweede werk, en wat ik de laatste tijd meer hoor weerklinken, is dat het ‘machine readable’ zijn van open data niet meer voldoende is.

Er wordt opgeroepen om de data te visualiseren, zodat ook de code-analfabeten onder ons iets uit de data kunnen halen. Hergebruik door developers is nog altijd een vereiste, maar er komt een extra opdracht, dus het ‘leesbaar’ maken voor een breder publiek.

Dit betekent dat de grenzen tussen open data, openbaarheid van bestuur en overheidscommunicatie verder vervagen. Dus ook dat het een minder ‘technisch’ verhaal wordt.

Wat ik me nu afvraag is wat dit betekent naar de toekomst. Zal de aanpak die vandaag gehanteerd wordt door de pionierende overheden nog werken? Zeker is dat er nog meer mensen, diensten, departementen zullen moeten betrokken worden.

De uitdaging zal wel dezelfde zijn: keer op keer aantonen dat er echt een meerwaarde is om data transparant herbruikbaar te maken, en te tonen wat het verhaal achter de data is.

Wordt vervolgd.

Studiedag open data en informatiebeheer

Op 22 februari 2013 is er in Gent een studiedag rond informatiebeheer, open data en de cloud. Ben blij er deel van te mogen uitmaken en de Gentse ervaringen te kunnen delen. Ben ook benieuwd naar de andere sprekers…

Meer info: Studiedag informatiebeheer

Het programma: http://www.politeia.be/kalender.aspx?event_id=135

Link

Open data geeft interne meerwaarde.

Op vraag van Uitgeverij VandenBroele schreef ik een artikel voor het tijdschrift Stuur (voor lokale leidinggevenden) over de interne meerwaarde van werken met open data.

Het is maar een eerste verkenning.

Ik schreef het vanuit de ervaring dat interne meerwaarde en herbruikbaarheid mensen sneller overtuigt om hun data open te stellen. Een tweede overweging was dat open data bekijken op organisatieniveau, en niet louter op dataniveau kan leiden tot nieuwe inzichten…

Later meer, ook in herbruikbare vorm, maar alvast de link naar de pdf van het artikel:

http://resources.vandenbroele.be/uitgeverij/stuur/opendata.pdf

Ik hoor graag ook jullie ervaringen.